In zijn adviezen aan minister Faber heeft de Raad van State zich niet alleen kritisch uitgelaten over de te verwachten resultaten van haar nieuwe asielwetten, maar ook over mogelijke negatieve effecten ervan voor de grondrechten.
De Raad van State heeft minister Faber van Asiel en Migratie geadviseerd om de Asielnoodmaatregelenwet en de Wet invoering tweestatusstelsel niet in hun huidige vorm bij de Tweede Kamer in te dienen. De minister heeft volgens de Raad onvoldoende onderbouwd dat de maatregelen zullen bijdragen aan het beperken van de instroom.
In een algemene beschouwing schetst de Raad van State de constitutionele en juridische context van beide wetsvoorstellen als volgt:
Het is van belang dat bij de vormgeving en de uitvoering van asiel- en migratiebeleid de grondrechten in acht worden genomen zoals deze zijn vervat in onder meer de Grondwet, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het EU-Handvest. In het bijzonder relevant zijn hierbij het verbod op discriminatie, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het recht op familie- en gezinsleven.
Wanneer migranten willen procederen over het krijgen of behouden van verblijfsrechten van henzelf of hun naasten in het kader van gezinshereniging, hebben zij bovendien recht op een eerlijk proces. Dat betekent onder meer dat een migrant in de gelegenheid moet worden gesteld om standpunten kenbaar te maken en dat besluitvorming binnen een redelijke termijn moet plaatsvinden.
Overzicht adviezen Raad van State
- Extra belasting IND en rechtspraak De Raad van State acht de kans groot dat de wetsvoortstellen tot een extra belasting voor de IND en de rechtspraak zullen leiden. Zo kan de invoering van de Wet invoering tweestatusstelsel voor een hausse aan procedures zorgen. Mensen zullen hun B-status gaan aanvechten omdat ze vinden dat ze voor een A-status in aanmerking komen. Op basis van de ervaringen van voor het jaar 2000, toen Nederland het tweestatusstelsel afschafte, zou het mogelijk om 75 procent van de gevallen kunnen gaan.
- Europees Asiel- en Migratiepact De Raad van State betreurt het dat de wetsvoorstellen geen rekening houden met het Europese Asiel- en Migratiepact dat volgend jaar in de EU van kracht wordt. Volgend jaar zal Nederland de regels namelijk opnieuw moeten aanpassen omdat de huidige wetsvoorstellen nog niet op het nieuwe pact zijn afgestemd, waarschuwt de Raad.
- Mogelijk onzorgvuldige procedures In beide adviezen staat de Raad van State stil bij de juridische houdbaarheid van de wetsvoorstellen. Ook als de maatregelen op zich juridisch mogelijk zijn, zal minister Faber volgens de Raad moeten aangeven hoe ze haar maatregelen in de praktijk wil toepassen. Anders loop je het risico dat procedures onzorgvuldig gaan verlopen met als mogelijk gevolg dat in de uitvoering de grondrechten worden geschonden. Als de IND en de rechtspraak niet binnen een redelijke termijn kunnen beslissen over de verblijfsrechten van asielzoekers en nareizigers, komt hun recht op een eerlijk proces in het geding.
- Mogelijk ongelijke behandeling De Raad van State noemt het problematisch dat de maatregelen een zogeheten ‘onmiddellijke werking’ krijgen. De nieuwe regels zullen namelijk direct ook in lopende procedures worden toegepast. Op deze manier kunnen volgens de Raad verschillende groepen vreemdelingen met verschillende besluiten worden geconfronteerd. Dit zal tot een ongelijke behandeling leiden en dat is in strijd met het beginsel van rechtszekerheid.
- Beperking nareismogelijkheden Het feit dat de Asielnoodmaatregelenwet de nareismogelijkheden wil beperken tot het ‘kerngezin’, betekent onder andere dat meerderjarige kinderen en ongehuwde partners niet meer voor gezinshereniging in aanmerking komen. Juridisch gezien is de maatregel volgens de Raad van State houdbaar, maar de nieuwe regels kunnen wel discriminatie in de hand werken. Als voorbeeld noemt men een homoseksueel stel dat niet in het land van herkomst heeft kunnen trouwen en daarmee niet voor nareismogelijkheden in aanmerking komt. Hieraan had de minister niet mogen voorbijgegaan in de onderbouwing van haar voorstellen.
Ook hier heeft minister Faber volgens de Raad van State niet gezorgd voor een relatie met de Europese regelgeving. In het kader van een gezinshereniging moet iemand altijd kunnen terugvallen op art. 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het artikel zegt dat een ieder recht heeft op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven.
- De volledige teksten van de adviezen van de Raad van State over de Asielnoodmaatregelenwet en de Wet invoering tweestatusstelsel