VVD en PvdA spraken in 2012 af dat er één hoogste bestuursrechter zou komen in plaats van de vier die ons land nu heeft. Het idee was dat de Hoge Raad ook alle zaken zou gaan behandelen die voorheen bij de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven terechtkwamen. ‘Hoge bestuursrechters kun je écht niet zomaar opheffen’ schreef Christiaan Pelgrim in NRC Handelsblad naar aanleiding van het zojuist verschenen compromisvoorstel van het kabinet. (29.02.16)
Vier bestuursrechters
Nederland heeft op dit moment maar liefst vier hoge bestuursrechters die allemaal het laatste oordeel vellen in bepaalde zaken tegen de overheid. Alle vier organen hebben eigen specialisaties.
● Voor belastingzaken is er de Hoge Raad.
● Klagen over gemeentelijke plannen op het gebied van ruimtelijke ordening doe je bij de Raad van State.
● Na een geweigerde uitkering kun je je gelijk halen bij de Centrale Raad van Beroep.
● Bedrijven die geen toestemming krijgen om te fuseren, stappen naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Er zijn zelfs kwesties die bij meer dan één hoge rechter spelen die daar vervolgens ook nog eens verschillend over kunnen oordelen. Dat was bijvoorbeeld het geval in de zaken tegen de SGP die geen vrouwen op de kieslijst wilde. De Raad van State vind in 2007 dat vrijheid van godsdienst en vrijheid van vereniging zwaarder wogen dan een mogelijke discriminatie. De Hoge Raad besliste echter in 2010 dat de SGP vrouwen moest toelaten op de kieslijst.
Raad van State
Bij de afgelopen kabinetsformatie spraken VVD en PvdA af dat er maar één hoge bestuursrechter zou overblijven en dat de Hoge Raad zou moeten zijn. Dat zou een eind maken aan de huidige onduidelijkheden en zou bovendien meteen een ander probleem oplossen, namelijk de twee petten van de Raad van State. Deze spreekt namelijk niet alleen recht in zaken tegen de overheid, maar is tegelijkertijd ook de belangrijkste adviseur van de regering. De Tweede Kamer vindt al jaren dat die twee rollen niet bij elkaar horen.
Compromis
He kabinet komt nu met een plan om de zaak overzichtelijker te maken. Het plan blijkt echter niet zo overzichtelijk als destijds was in het regeerakkoord was afgesproken, maar is een duidelijk compromisvoorstel.
Het kabinet zegt de Raad van State te waarderen om zijn snelheid en effectiviteit en wil de rechtspraak daar niet weghalen. Dus deze blijft bestaan als hoogste rechter. Wel verdwijnen de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De zaken van het laatste college worden overgenomen door de Raad van State. De zaken van de Centrale Raad van Beroep gaan naar de vier gerechtshoven.
Pelgrim stelt in NRC Handelsblad dat VVD en PvdA kennelijk genoegen nemen met een minder vergaande splitsing. Wel vinden de twee dat de Raad van State haar twee taken beter moet scheiden. Niemand mag er bijvoorbeeld nog én rechter én adviseur zijn, maar de Raad van State wordt niet echt gesplitst. De Tweede Kamer wil en toch gebeurt het niet. Hoe kan dat, vraagt Pelgrim zich af...