Website over de 23 grondrechten in de Grondwet

Nieuws

Verkoop ‘Mein Kampf’ leidt niet tot veroordeling

(21.11.2014) De Amsterdamse rechtbank gaat de verkoop van Hitlers Mein Kampf in een Amsterdamse galerie niet beboeten. In beginsel is de verkoop van het boek strafbaar omdat dat zou aanzetten tot haat en discriminatie. Volgens de rechter echter zou een veroordeling op dit moment indruisen tegen de vrijheid van meningsuiting.

In zijn Totalitarian Art Gallery stonden enkele oude exemplaren van Mein Kampf te koop naast ander materiaal uit het Derde Rijk, spullen uit de vroegere Sovjetunie en het China van Mao.
Tot nu toe waren in Nederland verkopers van Mein Kampf veroordeeld op basis van artikel 137e Wetboek van Strafrecht. Hierin staat dat degene die een uitlating openbaar maakt die zou aanzetten tot haat en discriminatie, strafbaar is. Het Openbaar Ministerie had tegen de galeriehouder dan ook een boete geëist van 1000 euro, waarvan 500 euro voorwaardelijk.

De rechter echter oordeelde dat een veroordeling in deze zaak zou indruisen tegen het Europees recht. Artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens zegt namelijk dat een veroordeling die het ‘uitingsrecht’ inperkt, alleen gerechtvaardigd is als die inperking noodzakelijk is voor de bescherming van mensen tegen discriminatie, belediging en aanzetting tot haat wegens hun ras of godsdienst.
Volgens de rechter was hier van zo’n inperking geen sprake vanwege ‘de antiquarische wijze waarop verdachte het boek ter verkoop aanbiedt’.
Als tweede argument tegen een veroordeling noemde de rechter het feit dat de inhoud van het boek gemakkelijk op internet te vinden is.

Gerard Spong die als advocaat van de galeriehouder optrad, interpreteerde in NRC Handelsblad de uitspraak van de rechtbank als volgt: ‘De verkoop van Mein Kampf is niet strafbaar, ténzij je het boek verkoopt met snode, antisemitische bedoelingen’.

Kijk hier voor de tekst van de uitspraak.

Uitgelicht

Rechter als schuldige

In februari zette de rechter een streep door een inreisverbod voor drie conservatieve islamitische predikers dat de ministers Faber en Van Weel hadden uitgevaardigd. Minister Faber noemde de uitspraak van de rechter  'een zwarte dag’, Van Weel had het over 'een teleurstellende uitkomst'. De rechter werd in de socials zwaar onder vuur genomen.
Voorzitter Marc Flierstra van de Vereniging voor Rechtspraak hekelde in Trouw van 25 februari 2025 de reactie van beide ministers: ‘Door dit soort uitspraken denken mensen dat het door deze rechter komt dat de haatpredikers Nederland in mochten. De ministers zijn zo medeschuldig aan het creëren van een klimaat waarbij deze rechter als schuldige wordt gezien. Het probleem lag bij het besluit van de ministers. Die hebben hun huiswerk niet goed gedaan. Als je dat nalaat, moet je vervolgens niet verbaasd zijn als een rechter gewoon zijn werk doet en oordeelt: Zo kan het niet.’
De rechter geoordeeld dat de ministers onvoldoende hadden gemotiveerd waarom de drie sprekers een bedreiging voor de openbare orde waren.
(06.04.2025)

Bekijk oude afleveringen Uitgelicht

Nieuw verschenen

const procesrecht

 Max Vetzo promoveerde onlangs op het constitutioneel procesrecht en introduceerde daarmee een nieuw rechtsgebied binnen het Nederlands recht.
De Nederlandse rechters spelen steeds nadrukkelijker een rol in grote maatschappelijke kwesties als klimaatbeleid en stikstofbeleid. De politiek is op dit moment bezig om het huidige verbod op rechterlijke toetsing van wetten aan de Grondwet af te schaffen en een constitutionele toetsing mogeljk te maken.
Om het constitutioneel procesrecht vorm te kunnen geven onderzocht Vetzo de regels die bepalen of, wanneer en hoe de rechter zich met dergelijke kwesties mag bezig houden.. Vetzo vraagt daarbij zich af of de huidige procedures wel voldoende op die bijzondere constitutionele taakuitoefening zijn afgestemd. (25.04.2025)

Bekijk overzicht nieuwe boeken

Knipoog

Grooter zelfstandigheid

Een extraparlementair kabinet of niet, als er morgen een kabinetscrisis moet worden afgewend, gaan de voormannen van de betrokken partijen in de Tweede Kamer om de tafel zitten en hopen er samen uit te komen. Onze grote negentiende-eeuwse staatsman Johan Rudolf Thorbecke zou zich in zijn graf omdraaien. In zijn Narede hield Thorbecke in 1869 voor de laatste keer een hartstochtelijk pleidooi voor een scheiding van de wetgevende macht, uitvoerende en rechterlijke macht:
Ik wensch hier niet een Ministerie, dat enkel orgaan van een meerderheid der Tweede Kamer zij. Ik verlang grooter zelfstandigheid voor de Kroon en hare Regering.’
(05.02.2025)

Bekijk oude afleveringen Knipoog