(21.11.2014) De Amsterdamse rechtbank gaat de verkoop van Hitlers Mein Kampf in een Amsterdamse galerie niet beboeten. In beginsel is de verkoop van het boek strafbaar omdat dat zou aanzetten tot haat en discriminatie. Volgens de rechter echter zou een veroordeling op dit moment indruisen tegen de vrijheid van meningsuiting.
In zijn Totalitarian Art Gallery stonden enkele oude exemplaren van Mein Kampf te koop naast ander materiaal uit het Derde Rijk, spullen uit de vroegere Sovjetunie en het China van Mao.
Tot nu toe waren in Nederland verkopers van Mein Kampf veroordeeld op basis van artikel 137e Wetboek van Strafrecht. Hierin staat dat degene die een uitlating openbaar maakt die zou aanzetten tot haat en discriminatie, strafbaar is. Het Openbaar Ministerie had tegen de galeriehouder dan ook een boete geëist van 1000 euro, waarvan 500 euro voorwaardelijk.
De rechter echter oordeelde dat een veroordeling in deze zaak zou indruisen tegen het Europees recht. Artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens zegt namelijk dat een veroordeling die het ‘uitingsrecht’ inperkt, alleen gerechtvaardigd is als die inperking noodzakelijk is voor de bescherming van mensen tegen discriminatie, belediging en aanzetting tot haat wegens hun ras of godsdienst.
Volgens de rechter was hier van zo’n inperking geen sprake vanwege ‘de antiquarische wijze waarop verdachte het boek ter verkoop aanbiedt’.
Als tweede argument tegen een veroordeling noemde de rechter het feit dat de inhoud van het boek gemakkelijk op internet te vinden is.
Gerard Spong die als advocaat van de galeriehouder optrad, interpreteerde in NRC Handelsblad de uitspraak van de rechtbank als volgt: ‘De verkoop van Mein Kampf is niet strafbaar, ténzij je het boek verkoopt met snode, antisemitische bedoelingen’.
Kijk hier voor de tekst van de uitspraak.