(20.07.12) Vrouwen mogen nog steeds niet als lid van de Staatkundig Gereformeerde Partij staan ingeschreven. Ze mogen ook niet namens de partij gekozen worden in vertegenwoordigende lichamen. Al meer dan tien jaar krijgt de partij hierover de nodige kritiek te verduren. Verschillende rechtbanken lieten geen twijfel bestaan in hun vonnissen en stelden de SGP keer op keer in het ongelijk. Recentelijk stelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vast dat de SGP vrouwen het recht niet mag ontzeggen om zich verkiesbaar te stellen.
In 2003 besloot het Clara Wichmann Instituut een proces tegen de Nederlandse staat te beginnen omdat die geen maatregelen tegen de SGP nam en daarmee in feite discriminatie van vrouwen toestond. In deze zaak kwam het in 2005 tot een uitspraak van de Haagse rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat de staat in strijd met artikel 7 van het VN-Vrouwenverdrag handelde door de discriminatie van vrouwen te laten voortbestaan en dat ook nog te financieel te ondersteunen.
De staat moest van de rechter stoppen met haar financiële steun aan de SGP. In 2006 zou de subsidie aan de partij over dat jaar stopgezet worden ware het niet dat de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State daar in 2007 toch nog een stokje voor stak. Deze besloot namelijk dat de SGP toch subsidie moest krijgen over het jaar 2006, omdat elke partij die in de Kamer zit, hoe dan ook voor subsidie in aanmerking komt.
In de discriminatiezaak bevestigde het gerechtshof in 2007 de uitspraak van de Haagse rechtbank in hoger beroep waarna de SGP en de Staat der Nederlanden beide bij de Hoge Raad in cassatie gingen.
VN-Vrouwenverdrag
Artikel 7 van het VN-Vrouwenverdrag zegt dat staten alle passende maatregelen moeten nemen om discriminatie van vrouwen in het politieke en openbare leven uit te bannen en vrouwen te verzekeren dat zij op gelijke voet staan met mannen:
• Vrouwen moeten hun stem kunnen uitbrengen bij alle verkiezingen en volksstemmingen en verkiesbaar zijn in alle openbaar gekozen lichamen.
• Vrouwen moeten kunnen deelnemen aan de vaststelling van overheidsbeleid en aan de uitvoering hiervan alsook openbare ambten kunnen bekleden en alle openbare functies op alle overheidsniveaus kunnen vervullen.
• Vrouwen kunnen deelnemen aan niet-overheidsorganisaties en verenigingen op het gebied van het openbare en politieke leven van het land.
Kijk hier voor de volledige tekst van het verdrag.
Hoge Raad
De uitspraak van de Hoge Raad kwam in 2010 en bevestigde de uitspraken van rechtbank en gerechtshof: de Nederlandse staat handelt in strijd met de wet door toe te staan dat de SGP vrouwen discrimineert en moet ervoor zorgen dat vrouwen ook bij de SGP op de kieslijst kunnen komen.
De SGP besloot hierop de zaak voor te leggen aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Volgens de SGP was de uitspraak van de Hoge Raad in strijd met uitspraken van het Europese Hof over vrijheid van godsdienst en de vrijheid van politieke partijen.
Europees Hof
Op 10 juli 2012 deed het Europese Hof uitspraak in deze zaak. Voor de vierde keer in successie werd de SGP in het ongelijk gesteld: de partij mag vrouwen het recht niet ontzeggen om zich verkiesbaar te stellen.
Opmerkelijk in de uitspraak van het hof was de constatering dat het er niet toe doet dat vrouwen in de SGP te kennen hebben gegeven dat ze niet op een lijst willen staan. Het gaat niet om hun wens maar om hun positie bij een partij die zoiets niet toestaat.
bron uitspraak Europees Hof 10.07.12: 58369/10 (SGP against the Netherlands) (Engelse tekst vonnis)
grondrecht Artikel 1, Artikel 4 en Artikel 6 Nederlandse Grondwet