(01.12.10) In 2009 is bij koninklijk besluit de Staatscommissie Grondwet ingesteld met als opdracht adviezen te geven over de huidige grondwet. In november 2010 was de commissie klaar met haar werk. De commissie onder voorzitterschap van Wilhelmina Thomassen heeft een lijvig maar zeer leesbaar rapport geschreven. In haar voorwoord schrijft de commissie te hopen dat de adviezen ‘een bijdrage leveren aan een bredere gedachtewisseling over het grondwettelijk bestel’.
Wat adviseert de Staatscommissie over de grondrechten?
Grondwet ‘bij de tijd’ (1.1)
Er bestaat volgens de commissie geen noodzaak tot wijziging van de Grondwet. Wel is van belang is wel dat deze ‘bij de tijd’ wordt gehouden.
De samenleving heeft de laatste jaren belangrijke veranderingen doorgemaakt. Denk aan:
• de ontwikkeling van de grondrechtenbescherming mede onder invloed van het internationale recht.
• de digitalisering die heeft geleid tot een andere informatievoorziening en communicatie
• de internationalisering.
Een Grondwet die onvoldoende bij deze veranderingen aansluit, driegt haar gezag te verliezen. Verschillende voorstellen van de commissie willen dit probleem aanpakken.
Democratische rechtstaat (1.2)
De commissie wil in de Grondwet een algemene bepaling opnemen die luidt dat Nederland een democratische rechtsstaat is, dat de overheid de menselijke waardigheid, de grondrechten en de fundamentele rechtsbeginselen eerbiedigt en waarborgt, en dat openbaar gezag alleen wordt uitgeoefend krachtens de Grondwet of de wet.
Beperking grondrechten (2.2)
De huidige Grondwet bepaalt welke instanties wanneer bepaalde grondrechten mogen beperken. Daarbij zegt de wet er meestal niet bij hoe ver de wetgever hierin mag gaan. De commissie adviseert een bepaling op te nemen die zegt dat beperkingen van grondrechten niet verder mogen gaan dan het doel van de beperking vereist en dat de kern van grondrechten niet mag worden aangetast.
Internationale verdragen (2.3)
Iedereen in Nederland kan rechtstreeks een beroep doen op internationale verdragen. Opnemen van die rechten in de Grondwet is dus niet direct noodzakelijk en maakt de Grondwet niet toegankelijker.
Om de grondrechten zichtbaarder te maken adviseert de commissie om alleen de meest fundamentele grondrechten in de Grondwet op te nemen.
Recht op eerlijk proces (2.4)
De commissie adviseert om het recht op een eerlijk proces in de Grondwet op te nemen. Dit nieuwe recht moet ruimer geformuleerd worden dan het huidige artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Ook het recht op toegang tot de rechter zou in de Grondwet moeten worden opgenomen.
Recht op leven (2.5/2.6)
De commissie is verdeeld in haar advies om het recht op leven in de Grondwet op te nemen. Sommigen vinden dit niet nodig, anderen juist wel.
De laatsten vinden dat het recht op leven, evenals het verbod van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling zo fundamenteel zijn dat zij in de Grondwet thuishoren. Dit geldt ook voor het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven.
Gevolgen digitalisering (2.7)
De grondrechten 7, 10 en 13 zouden moeten worden aangepast aan de digitalisering van de maatschappij. De commissie noemt met name: de vrije ontvangst van informatie, het gebruik van elektronische middelen, de vertrouwelijkheid van communicatie en de bescherming van persoonsgegevens.
Vrijheid van meningsuiting (2.8)
Artikel 7 van de Grondwet over de vrijheid van meningsuiting moet volgens de commissie worden aangepast:
• De beperking tot de drukpers moet vervallen. Het gaat namelijk om alle vormen van meningsuiting.
• Het begrip ‘gevoelens’ moet vervangen worden door meningen’.
• Het recht op ‘vrije ontvangst van informatie’ moet in de Grondwet worden gegarandeerd.
• De Grondwet moeten worden uitgebreid met een bepaling dat de overheid de pluriformiteit van de media eerbiedigt.
Registratie persoonsgegevens (2.9)
Van artikel 10 van de Grondwet vindt de commissie dat je bescherming tegen overmatige registratie van persoonsgegevens en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer beter los kunt koppelen en als zelfstandige grondrechten zou moeten opnemen. Dan komen ze volgens de commissie beide beter tot hun recht.
Vertrouwelijke informatie (2.10)
Volgens de commissie loopt de tekst van artikel 13 van de Grondwet achter bij nieuwe ontwikkelingen, zoals e-mail. Het artikel moet zo worden geformuleerd dat je niet direct weer achter loopt bij een volgende nieuwe ontwikkeling. Bijvoorbeeld als ‘Een ieder heeft het recht op vertrouwelijke informatie’. Op deze manier maak je het thema los van de middelen die men gebruikt.
Zie voor de volledige tekst van het advies de site van de Staatscommissie Grondwet op www.staatscommissiegrondwet.nl.