In een ongevraagd advies constateert de Raad van State dat de overheid nog onvoldoende stil staat bij de gevolgen van digitale communicatie voor hun verhouding met de burger.
Toegang tot de overheid is een beginsel van behoorlijk bestuur en dat geldt volgens de Afdeling advisering van de Raad van State ook voor een digitaliserende overheid. Burgers hebben recht op zinvol contact met de overheid, waarbij zij serieus worden genomen en hun eigen gegevens kunnen inzien en (waar nodig) corrigeren.
De overheid als wetgever lijkt volgens de Raad van State niet altijd voldoende rekening te houden met de nieuwe digitale werkelijkheid. Daarom vindt de Afdeling advisering het verstandig dat de wetgever bij nieuwe wetten en regels vanaf het begin aandacht besteedt aan de gedigitaliseerde uitvoering van die wetten en regels. Dat moet precies en gestandaardiseerd, juist als voor een gedigitaliseerde uitvoering wordt gekozen. Verder moet de wetgever zich bewust blijven van het feit dat de informatietechnologie zich waarschijnlijk sneller zal ontwikkelen dan wetten en regels kunnen bijbenen.
Dit advies van de Afdeling advisering van de Raad van State haakt aan bij de Agenda Digitale Overheid NL DIGIbeter die staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken in juli van dit jaar aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.
Tekst ongevraagd advies over de effecten van de digitalisering voor de rechtsstatelijke verhoudingen