In Tholen ontspon zich de afgelopen weken de discussie of het verplicht uitspreken van het ambtsgebed bij het begin van raadsvergaderingen strijdig was met de scheiding van kerk en staat.
Artikel 18 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Tholen luidt: 'Bij de opening van de vergadering spreekt de voorzitter het ambtsgebed uit'. Het artikel was bij de raadsvergadering in december vorig jaar in Tholen onderwerp van discussie toen de PvdA/GroenLinks fractie dit verplichte ambtsgebed wilde afschaffen.
Het Reglement van Orde van Tholen mag de voorzitter van de gemeenteraad dan wel verplichten om het ambtsgebed aan het begin van de vergadering uit te spreken, maar volgens PvdA/GroenLinks was zo'n verplichting strijdig met de scheiding van kerk en staat die in Nederland geldt. De fractie refereerde aan een brief van toenmalige minister van Binnenlandse zaken Johan Remkes die in 2006 naar aanleiding van vragen over het ambtsgebed had geschreven:
Wanneer de raad er toch voor mocht kiezen om in een reglement van orde te bepalen dat de voorzitter een gebed uitspreekt, dan mag dit nooit verplichtend zijn voor de voorzitter of de andere deelnemers aan de vergadering.
Burgemeester mevr. Van de Velde liet tijdens de raadsvergadering weten niet van plan te zijn met het uitspreken van het ambtsgebed te stoppen. Ze zei de opvattingen van de raad van Tholen te blijven respecteren en mochten de tegenstanders het ambtsgebed toch willen afschaffen, dan zouden ze een officieel voorstel daartoe moeten indienen.
Zover hoefde het niet te komen. SGP, ChristenUnie en VVD, die in Tholen samen het college vormen, dienden tijdens de raadsvergadering van 24 januari zelf het voorstel in om het ambtsgebed voortaan vóór de vergadering uit te spreken en meenden zo tegemoet te komen aan de wens van de PvdA/GroenLinks fractie.
Op Kamervragen van de PvdA gaf minister Ollongren van Binnenlandse Zaken op 5 februari aan dat deze oplossing in overeenstemming was met het beginsel van scheiding van kerk en staat:
Het ambtsgebed hoeft dan ook niet in het reglement van orde te worden opgenomen. Ook hierbij blijft gelden dat iedere deelnemer aan de vergadering, inclusief de voorzitter, vrij moet zijn in de beslissing om deel te nemen.