De Raad van State vindt dat ministers de Kamer nogal eens slecht informeren en dat de Tweede Kamer vaak meer bezig lijkt met 'scoren' dan met het controleren van de macht.
Doorgaans adviseert de Raad van State over wetsvoorstellen die de regering of het parlement aan het hoogste adviesorgaan van het land voorleggen. Men kan echter ook ongevraagd advies geven zonder dat een concreet wetsvoorstel voorligt. Op 15 juni 2020 heeft de Raad van State heeft een zo'n ongevraagd advies gepubliceerd over de ministeriële verantwoordelijkheid. Met het advies wil de raad Kamerleden, kabinet en ambtenaren stimuleren om in de toekomst beter samen te werken en zo het vertrouwen van de burger in de overheid te versterken.
Uitleggen wat de overheid doet en waarom ze doet wat ze doet, is belangrijker dan ooit, stelt de Raad van State in zijn advies vast. Er worden een hele rij recente zaken aangehaald waar het informeren of juist niet-informeren van parlement en burgers centraal stond. Genoemd worden onder andere de veiligheid van de Stint, de burgerdoden bij de luchtaanval op de stad Hawija in Irak, het uitkeren van de kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst en de vraag of de overheid voldoende voorbereid was op de coronacrisis. Was de informatie voor iedereen beschikbaar? Wie kan op dit alles worden aangesproken? Heeft de Tweede Kamer voldoende grip op de zaak?.
Deze vragen raken de kern van de ministeriële verantwoordelijkheid, constateert de Raad van State. Men pleit voor een goed samenspel tussen Kamerleden, kabinet en ambtenaren. De Kamer zou zo snel mogelijk af moeten van wat de raad een 'incidentgedreven verantwoordingscultuur' noemt.
De Raad van State eindigt zijn advies met vijf aanbevelingen:
- Breng de informatiehuishouding van de overheid op orde, zodat ook de informatievoorziening verbeterd kan worden.
- Maak de afspraken over contacten tussen Kamerleden en ambtenaren helder. Wees daar ontspannen over.
- Verbeter het inhoudelijk, ambtelijk vakmanschap. Wees zuinig op de ambtenaren die het uitvoerende werk doen.
- Wees terughoudend allerlei taken bij onafhankelijke instellingen neer te leggen, want dat beperkt de mogelijkheid van democratische controle te veel.
- Als een minister niet wettelijk bevoegd is op een onderwerp, moeten de Kamers dat respecteren. Op deze manier voorkom je schijnvertoningen.
Ongevraagd advies Raad van State over de ministeriële verantwoordelijkheid