In Lessen uit de kinderopvangtoeslagzaken betreurt de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van Statenhet té laat te zijn teruggekomen op haar strenge lijn.
De Afdeling Bestuursrechtspraak heeft vanaf 2011 de strenge lijn van de Belastingdienst geaccepteerd dat ouders volledig moeten terugbetalen als zij de betalingen niet of slechts gedeeltelijk konden aantonen. In het zojuist verschenen rapport Lessen uit de kinderopvangtoeslagzaken stelt de afdeling vast dat zo’n uitleg bij gedeeltelijke verantwoording van ontvangen toeslagen niet passend was.
De Raad van State heeft zijn ‘alles-of-niets’-lijn in oktober 2019 verlaten en voortaan als richtlijn gehanteerd dat de omvang van de tekortkoming en het recht op toeslag met elkaar in evenwicht moeten zijn. In Lessen uit de kinderopvangtoeslagzaken komt de Afdeling Bestuursrechtspraak tot de conclusie dat die koerswijziging eerder had gekund en eerder had gemoeten.
Het rapport komt met een aantal concrete lessen voor de toekomst. Een ervan is dat de Raad van State kritischer moet zijn op de juistheid en compleetheid van de informatie van overheidsorganen. Als de verhouding overheid-burger onevenwichtig lijkt te zijn, moeten bestuursrechters burgers de helpende hand bieden.
De rechtspraktijk kan weliswaar niet zonder vaste richtlijnen, zegt Lessen uit de kinderopvangtoeslagzaken, maar als het zicht erop nog onvoldoende is, is een ‘zaak-voor-zaak’-benadering aan te bevelen. Stel dat gaandeweg blijkt dat de toepassing van de wet te streng uitpakt, dan moet de bestuursrechter zijn rechterlijk instrumentarium inzetten om te kijken of deze hardheid kan worden weggenomen of beperkt.
Voorzitter Bart Jan van Ettekoven van de Afdeling Bestuursrechtspraak trok bij het verschijnen van het rapport het boetekleed aan:
We hadden de strenge lijn eerder kunnen en moeten wijzigen. We hebben daarmee geworsteld, halve maatregelen genomen en niet doorgepakt. Ouders die in de problemen zijn gekomen omdat wij te lang de strenge lijn hebben toegepast, bieden wij onze excuses aan. We hadden deze ouders betere rechtsbescherming moeten bieden.