De provincie Friesland wil de omgekeerde vlaggen van het boerenprotest langs de openbare wegen laten weghalen. Hoe zit het met de juridische onderbouwing van zo’n ingreep?
Eind augustus vertelt de Friese gedeputeerde Avine Fokkens aan Omrop Fryslân dat de provincie van plan is de omgekeerde vlaggen langs de openbare wegen weg te halen. Ze geeft als argument voor dat je eigenlijk helemaal geen vlaggen aan provinciale eigendommen mag bevestigen. Wel voegt ze eraan toe: ‘Op zijn eigen land of in de voortuin mag een boer doen wat hij wil.’ Volgens gedeputeerde Fokkens hebben de boeren inmiddels ruimschoots de gelegenheid gehad om te protesteren.
De hoogleraren Jan Brouwer en Jon Schilder reageren kort daarna in een blog op de site van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid op de juridische onderbouwing van zo’n ingreep. Noch in het Wetboek van Strafrecht noch in de provinciale verordeningen van Friesland is een basis te vinden om het ophangen van omgekeerde vlaggen aan provinciale eigendommen als strafbaar gedrag te bestempelen.
Verder constateren Brouwer en Schilder dat er in veel gemeentelijke verordeningen weliswaar een bepaling staat die het verbiedt om zonder vergunning voorwerpen langs de openbare weg te plaatsen, maar dat er altijd een uitzondering wordt gemaakt voor spandoeken en dergelijke waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard. Ze stellen dan ook vast:
‘De provincie kan als eigenaar van de grond in beginsel de vlaggen van haar grondgebied doen verwijderen. Maar anders dan de boeren is de overheid ook in haar hoedanigheid van eigenaar volledig gebonden aan de grondrechten. Zij mag bijvoorbeeld niet bepalen welke vorm van meningsuiting wel of niet is toegelaten. Een dergelijke vorm van verboden censuur lijkt nu wel plaats te vinden omdat de gedeputeerde uitdrukkelijk zegt dat de vlaggen weg moeten omdat anderen zich gekwetst voelen.’
Brouwer en Schilder wijzen op de jurisprudentie over het art. 10 over vrijheid van meningsuiting in het Europees Verdrag voor de bescherming van de Rechten van de Mens. De uitspraak zegt dat het artikel zelfs uitingen beschermt die beledigen, choqueren en onrust zaaien. ‘Such are the demands of pluralism, tolerance and broadmindedness without which there is no democratic society’, citeren Brouwer en Schilder uit de jurisprudentie. Ze schrijven daarover in hun blog: ‘De provocaties van de boeren door middel van het ophangen van een omgekeerde vlag blijven ver binnen die gestelde grenzen.’