Op 17 januari 2023 ging de Eerste Kamer met 56 stemmen voor en 15 tegen akkoord met het opnemen in art. 1 Gw van het discrimineren wegens handicap of seksuele gerichtheid.
Al met al heeft dit wijzigingstraject meer dan twaalf jaar geduurd. Op initiatief van D66, GroenLinks en PvdA is namelijk al in 2010 een voorstel ingediend om handicap en seksuele gerichtheid als antidiscriminatiegronden in art. 1 Gw op te nemen.
Het duurde tot juni 2020 voor dit voorstel om de Grondwet te wijzigen in eerste lezing door de Tweede Kamer werd aangenomen, waarna de Eerste Kamer in februari 2021 volgde. Vorig jaar nam de nieuwe Tweede Kamer in maart 2022 het wijzigingsvoorstel met 2/3 meerderheid aan en op 17 januari volgde de Eerste Kamer, eveneens in 2/3 meerderheid.
Woordvoerder Philip Tijsma van het COC Nederland zei over de uitbreiding van het antidiscriminatieverbod in de Volkskrant van 18 januari 2023 verheugd te zijn dat het eindelijk gelukt is:
'Er ligt nu een grondwettelijke opdracht aan de politiek om discriminatie aan te pakken en te zorgen voor gelijke rechten. De verankering in de Grondwet maakt dat wij ook over vijftig of honderd jaar nog met elkaar kunnen trouwen, mocht de politieke wind dan zijn gedraaid.’
In de Tweede Kamer stemden in tweede lezing alleen SGP, PVV en Forum voor Democratie tegen. De stemming in de Eerste Kamer gaf hetzelfde beeld te zien met dien verstande dat van de uiteengevallen fractie van Forum Henk Otten en Jeroen de Vries wel voor het voorstel stemden.
De tegenstemmers vinden dat discriminatiegronden niet expliciet in de Grondwet hoeven te worden genoemd. SGP-senator Roelof Bisschop zei het zo:
‘De SGP voelt er veel voor om - als je dan toch dit Grondwetsartikel gaat wijzigen - je moet kiezen voor een algemene formulering in plaats van een ‘kerstboom’ aan gronden. Dat zou dan leiden tot de formulering dat discriminatie ‘op welke grond dan ook’ verboden is.’
Met het besluit van de Eerste Kamer ziet het nieuwe art. 1 Gw er zo uit:
'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’
De Eerste Kamer nam ook een SP-motie aan die vroeg de tekst van het artikel zo te redigeren dat discriminatie altijd verboden is, waarna een aantal gronden expliciet wordt genoemd. Om deze wens uit te voeren is een wetswijziging nodig. Deze zou ervoor kunnen zorgen dat art. 1 Gw uiteindelijk uit twee onderdelen gaat bestaan: in lid 1 het verbod inclusief ‘op welke grond dan ook’ en een lid 2 met de voorbeelden.