Website over de 23 grondrechten in de Grondwet

Nieuws

Online gebiedsverbod is beperking van de vrijheid van meningsuiting

Onlangs heeft de rechtbank vastgesteld dat een burgemeester iemand niet mag verbieden online op te roepen in opstand te komen tegen coronabeleid en vuurwerkverbod.

Een jongeman van zeventien uit Zeist had in november 2021 in een groeps-chat op Telegram opgeroepen in opstand te komen en op een bepaalde tijd en plaats te komen protesteren tegen het coronabeleid en het vuurwerkverbod van de overheid. De jongen eindigde zijn oproep met: ‘Neem je matties & vuurwerk mee!’
Volgens burgemeester Sharon Dijksma van Utrecht overtrad de jongen daarmee de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente. Ze bepaalde dat de jongen een dwangsom van 2500 euro moest betalen als hij weer zou oproepen om in Utrecht samen te komen om de openbare orde te verstoren. De jongen legde de zaak voor aan de bestuursrechter.

De rechtbank Midden-Nederland stelde de jongen in het gelijk. Het verbod in de APV had volgens de rechter geen betrekking op het online doen van een oproep tot verstoring van de openbare orde. Het betreffende artikel zegt dat het verboden is om op een openbare plaats een bepaald gedrag te vertonen. Met een online bericht wordt niet op een openbare plaats bepaald gedrag getoond, stelde de rechtbank vast. Bovendien wordt met een openbare plaats een fysieke plek bedoeld. Een voor iedereen toegankelijke groeps-chat is weliswaar openbaar, vond de bestuursrechter, maar daarmee is het geen openbare plaats die binnen de bevoegdheden van de burgemeester valt.

Het verbieden van dergelijke online-uitingen is volgens de rechtbank bovendien een ontoelaatbare beperking van de vrijheid van meningsuiting. Uitlatingen die aanleiding geven tot wanordelijkheden, zijn misschien ongewenst, maar ook een ongewenste mening blijft een mening, aldus de bestuursrechter.
Het aan banden leggen van een online bericht door een burgemeester is volgens deze uitspraak in strijd met de Grondwet. Alleen de landelijke wetgever mag onder voorwaarden deze vrijheid van meningsuiting beperken. Overigens kan opruiing wel strafrechtelijk worden aangepakt, maar niet door de burgemeester via een lokale regeling, zegt deze rechterlijke uitspraak.

Proefproces gemeente Amsterdam
Een week na dit vonnis liet burgemeester Femke Halsema weten dat de gemeente Amsterdam via een proefproces wil nagaan of het binnen de bestaande wettelijke kaders mogelijk is burgers aan te pakken die online oproepen tot ordeverstoringen.
In de Utrechtse zaak ging het juridisch fout, omdat de APV volgens de rechter ontoereikend was en omdat bij deze aanpak de grondwettelijke vrijheid van meningsvorming in het geding kwam. Amsterdam wil met het proefproces nagaan of de Gemeentewet wellicht wel voldoende ruimte biedt om burgemeesters een online gebiedsverbod te kunnen laten opleggen.

Brief burgemeesters
Inmiddels hebben op 6 februari 41 burgemeesters, waaronder Sharon Dijksma en Femke Halsema, een oproep aan landelijke politiek gedaan om de wettelijke mogelijkheden van een gemeentelijk online gebiedsverbod te verruimen. In de Utrechtse zaak had de rechter gezegd dat alleen de landelijke wetgever deze vrijheid van meningsuiting onder voorwaarden mag beperken. 
NRC vroeg Willem Bantema, lector lokaal bestuur bij de NHL Stenden Hogeschool, naar aanleiding van de brief of burgemeesters niet te véél macht krijgen als ze online gebiedsverboden kunnen opleggen?
Het is nogal een verandering als je het beperken van de meningsuiting bij burgemeesters neerlegt. Het risico is dat je uitingen gaat normeren, dat je over de inhoud gaat oordelen. Als je iemand een boete geeft voor het verspreiden van desinformatie, hoe bepaal je dan bijvoorbeeld wat een mening is en wat desinformatie is?

Uitgelicht

Rechter als schuldige

In februari zette de rechter een streep door een inreisverbod voor drie conservatieve islamitische predikers dat de ministers Faber en Van Weel hadden uitgevaardigd. Minister Faber noemde de uitspraak van de rechter  'een zwarte dag’, Van Weel had het over 'een teleurstellende uitkomst'. De rechter werd in de socials zwaar onder vuur genomen.
Voorzitter Marc Flierstra van de Vereniging voor Rechtspraak hekelde in Trouw van 25 februari 2025 de reactie van beide ministers: ‘Door dit soort uitspraken denken mensen dat het door deze rechter komt dat de haatpredikers Nederland in mochten. De ministers zijn zo medeschuldig aan het creëren van een klimaat waarbij deze rechter als schuldige wordt gezien. Het probleem lag bij het besluit van de ministers. Die hebben hun huiswerk niet goed gedaan. Als je dat nalaat, moet je vervolgens niet verbaasd zijn als een rechter gewoon zijn werk doet en oordeelt: Zo kan het niet.’
De rechter geoordeeld dat de ministers onvoldoende hadden gemotiveerd waarom de drie sprekers een bedreiging voor de openbare orde waren.
(06.04.2025)

Bekijk oude afleveringen Uitgelicht

Nieuw verschenen

const procesrecht

 Max Vetzo promoveerde onlangs op het constitutioneel procesrecht en introduceerde daarmee een nieuw rechtsgebied binnen het Nederlands recht.
De Nederlandse rechters spelen steeds nadrukkelijker een rol in grote maatschappelijke kwesties als klimaatbeleid en stikstofbeleid. De politiek is op dit moment bezig om het huidige verbod op rechterlijke toetsing van wetten aan de Grondwet af te schaffen en een constitutionele toetsing mogeljk te maken.
Om het constitutioneel procesrecht vorm te kunnen geven onderzocht Vetzo de regels die bepalen of, wanneer en hoe de rechter zich met dergelijke kwesties mag bezig houden.. Vetzo vraagt daarbij zich af of de huidige procedures wel voldoende op die bijzondere constitutionele taakuitoefening zijn afgestemd. (25.04.2025)

Bekijk overzicht nieuwe boeken

Knipoog

Grooter zelfstandigheid

Een extraparlementair kabinet of niet, als er morgen een kabinetscrisis moet worden afgewend, gaan de voormannen van de betrokken partijen in de Tweede Kamer om de tafel zitten en hopen er samen uit te komen. Onze grote negentiende-eeuwse staatsman Johan Rudolf Thorbecke zou zich in zijn graf omdraaien. In zijn Narede hield Thorbecke in 1869 voor de laatste keer een hartstochtelijk pleidooi voor een scheiding van de wetgevende macht, uitvoerende en rechterlijke macht:
Ik wensch hier niet een Ministerie, dat enkel orgaan van een meerderheid der Tweede Kamer zij. Ik verlang grooter zelfstandigheid voor de Kroon en hare Regering.’
(05.02.2025)

Bekijk oude afleveringen Knipoog