In oktober 2022 beschadigden drie klimaatactivisten de glasplaat en de lijst van het Meisje met de parel. De rechtbank veroordeelde ze tot twee maanden gevangenisstraf. Het Gerechtshof Den Haag vond zo’n straf hier te ingrijpend vanwege het zogeheten chilling effect.
Het Gerechtshof Den Haag was het in zijn uitspraak van 11 maart 2024 met de rechtbank eens dat in deze zaak gezien de feiten een straf in beginsel op zijn plaats was. Om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis hadden de drie Belgische activisten een kostbaar stuk cultureel erfgoed beschadigd, onder andere door zich vast te lijmen aan de glasplaat voor het schilderij. Deze wijze van meningsuiting en actievoeren heeft een onnodig grote inbreuk gemaakt op de rechten en belangen van anderen, aldus het hof.
De rechtbank had de drie mannen veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf waarvan één voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Het Gerechtshof Den Haag bleek echter van oordeel dat de drie geen straf opgelegd moesten krijgen. Strafrechtelijk ingrijpen mag niet zó ingrijpend zijn dat het een zogeheten chilling effect heeft op mensen die van hun recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vreedzame vergadering gebruik willen maken in het kader van een protestactie. De activisten hebben na hun arrestatie zo lang in voorlopige hechtenis gezeten dat het opleggen van een gevangenisstraf te ingrijpend zou zijn. Vervolgens kan het chilling effect ervoor zorgen dat mensen terughoudend worden bij het uiten van hun mening of bij het deelnemen aan bijeenkomsten uit angst voor negatieve repercussies. In een strafzaak gaat het namelijk niet alleen om het al dan niet schuldig zijn van een verdachte, maar om de implicaties van de uitspraak voor de grondrechten in het algemeen.
Over de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag schreef NRC op 12 maart 2024 in een hoofdredactioneel commentaar over het feit dat het hof in deze zaak de grondrechten zwaarder liet wegen dan de afschrikkende werking van het strafrecht:
Dat is bijzondere en vooral ook principiële steun aan het demonstratierecht, een fundament van de democratische samenleving. Die vrijheid staat in een gepolariseerde samenleving onder stevige druk, waar koranverbrandingen, trekkerblokkades en pro-Gaza-spreekkoren voor heftige emoties zorgen. Ongeoorloofd en zelfs op een strafbare manier demonstreren kan dus uiteindelijk toch feitelijk onbestraft blijven. Eenvoudigweg, omdat een democratie dat moet kunnen hebben.
- Uitspraak Gerechtshof Den Haag (11.03.2024)