In de Contourennota constitutionele toetsing kondigt het kabinet aan het verbod om wetten te toetsen aan de Grondwet te willen afschaffen en een apart constitutioneel hof in het leven te willen roepen.
In het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma heeft het kabinet vorig jaar al plannen in deze richting aangekondigd. Met name NSC was altijd een groot voorstander van een constitutioneel hof.
Minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris Teun Struycken van Rechtsbescherming zijn van plan om nog dit jaar na overleg met het parlement en de betrokken partijen met een uitgewerkt voorstel te komen. Omdat een wijziging van de Grondwet nodig is, moet het parlement zo mogelijk in de huidige als in de volgende kabinetsperiode over de plannen stemmen.
Op dit moment mogen rechters op grond van art. 120 Gw wetten niet aan de Grondwet toetsen. Destijds was het idee hierachter dat een constitutionele toetsing uitsluitend aan de wetgever en niet aan de rechter is.
De invoering van de constitutionele toetsing dan ook moet beginnen met het gedeeltelijk opheffen van het toetsingsverbod in art. 120 Gw. Op deze manier wordt de mogelijkheid gecreëerd om toetsing van wetten, regels en besluiten aan de klassieke grondrechten mogelijk te maken.
Klassieke grondrechten beschermen burgers tegen de overheid. In de nota worden hiervoor de volgende grondwetsartikelen genoemd:
- 1 Gw
- 2 Gw (lid 3 en 4)
- 3 t/m 9 Gw
- 10 Gw (lid 1)
- 11 t/m 17 Gw
- 18 (lid 1)
- 19 (lid 3)
- 23 (lid 2, 3, 5, 6 en 7)
In de nota geeft het kabinet aan deze rechten in een lijst verder te zullen uitwerken. Daarnaast wil men nog nagaan of het nieuwe hof zich ook over andere zaken kan gaan buigen, zoals het toetsen van nieuwe wetten en regels aan de grondwetsartikelen over overheidsorganen.
Er is in het verleden heel wat discussie geweest of een apart constitutioneel hof echt nodig is of dat de nieuwe taak door bestaande rechterlijke instellingen kan worden uitgevoerd. Bij de vorming van het huidige kabinet is op aangeven van NSC de knoop doorgehakt ten gunste van een apart constitutioneel hof. Het hof zou – zo blijkt uit de Contourennota - uit tien tot twaalf leden moeten bestaan die voor maximaal negen jaar worden benoemd.
Als voordelen van een apart hof noemt de Contourennota de mogelijkheid snel te kunnen werken en dat op deze manier het belang van de Grondwet duidelijker zichtbaar wordt in de samenleving.