Staatsrechtelijk is de Nederlandse wetgeving inclusief de Grondwet ondergeschikt aan het Europees recht. Mochten Nederlandse wetten de burgers echter méér garantie bieden, dan hebben ze aanspraak op de meest vergaande bescherming, in dit geval van de Nederlandse wet. Dit wordt door art. 53 EVRM geregeld: 'Geen bepaling van dit Verdrag zal worden uitgelegd als beperkingen op te leggen of inbreuk te maken op de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden die verzekerd kunnen worden ingevolge de wetten van enige Hoge Verdragsluitende Partij of ingevolge enig ander Verdrag waarbij de Hoge Verdragsluitende Partij is'.
Elders in de Europese Unie
Opvallend is dat Duitsland al tientallen jaren het standpunt inneemt dat de Duitse grondwet boven het Europees recht gaat. Omdat Duitsland zich in vrijwel alle gevallen conformeerde aan het Europese recht leverde dat in de praktijk nauwelijks problemen op.
Pas toen in 2022 het Poolse Constitutionele Hof bepaalde dat de Poolse grondwet boven het Europese recht ging, klonken er vanuit Brussel voor het eerst stemmen die vonden dat de basisprincipes van de Europese Unie gevaar liepen. Daar kwam bij dat Polen uitspraken van Europese rechters in de praktijk zelfs bleek te negeren. Tegelijkertijd leek ook Hongarije zich steeds minder van het Europese recht aan te trekken.|
Nederland kan overigens moeilijk commentaar leveren op uitspraken van het Poolse Constitutionele Hof, want wij hebben zelfs geen Constitutioneel Hof. Dat we daarvoor vanuit Brussel niet op de vingers worden getikt, heeft er ongetwijfeld mee te maken dat in Nederland net als in Duitsland een bedreiging van de rechtsstaat niet echt aan de orde is.
De komende jaren zal moeten blijken of de Europese Commissie een antwoord op deze fundamentele problemen heeft.
Toetsing aan Europees recht
In de huidige rechtspraktijk komt het regelmatig voor dat procedures in Nederland tot het eind toe gevoerd worden voor de Nederlandse rechter waarna ze pas aan het Europees recht kunnen worden getoetst. Zou de mogelijkheid bestaan om eerder te weten welke kant een zaak voor de Europese rechter op zal gaan, dan zouden daarmee veel tijd en kosten kunnen worden bespaard.
Een middel om zo'n check vooraf te kunnen doen is de zogeheten prejudiciële vraag: een lager rechtscollege vraagt een hoger rechtscollege om uitleg van een bepaalde rechtsregel. Zo heeft de Raad van State de mogelijkheid om in voorkomende gevallen direct contact op te nemen met het Europees Hof van Justitie.
Onlangs heeft de Tweede Kamer ermee ingestemd dat de Raad van State ook contact kan opnemen met het Europees Hof voor de Rechten van de Mens met zijn prejudiciële vragen. Hiermee zijn we bij de relatie tussen de Nederlandse grondwetsartikelen en de Europese grondrechten terechtgekomen.
Voorbeeld prejudiciële vraag
Op 15 juni 2022 heeft de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in een vreemdelingenzaak prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg. De vragen gingen over de uitleg van de zogeheten Europese Kwalificatierichtlijn die de mogelijkheid biedt om een asielvergunning te weigeren of in te trekken vanwege een 'bijzonder ernstig misdrijf'.
De zaak in Nederland betrof een Libische man die hier asiel heeft aangevraagd omdat hij biseksueel is en daarom naar eigen zeggen gevaar loopt in Libië. De man is echter ook veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf wegens aanranding van drie vrouwen. Voldoet dit vergrijp volgens het Hof van Justitie in Luxemburg aan de omschrijving 'bijzonder ernstig misdrijf' in de Kwalificatierichtlijn, wilde de Raad van State weten alvorens zich over het al dan niet toekennen van deze concrete asielvergunning uit te spreken.
Schema Grondwet en Europese rechten
Bij elk grondwetsartikel proberen we kort aan te geven wat de belangrijkste Europese regelgeving op dit punt is. In een schema hebben we de relatie tussen de verschillende artikelen in de Nederlandse Grondwet en de belangrijkste Europese grondrechten nader uitgewerkt.